En ook op woensdag heeft de dagdienst geen tijd voor een schoon bed. Ondertussen krijg ik bezoek en doe ik mijn eerste stapjes op de gang. Wanneer mag ik naar huis?
Bezoek en nog meer bezoek
Daniël, mijn kids en mijn ouders zijn al langs geweest, maar er komt nog veel meer bezoek. Een goede vriendin trotseert de kou en neemt wat lekker mee. Maar ook mijn schoonouders, collega’s en een lotje trotseren de gladheid om mij te bezoeken en te verwennen met lekkers. Binnen no time staat mijn kamer vol met kaarten, cadeautjes en eten. Heel veel eten!
Toch nog een schoon bed
Ik voel aan alles dat de verpleging het druk heeft. Gelukkig is mijn avondverpleegkundige een topper. Zij neemt tijd voor een praatje, rent de benen uit haar lijf en ruimt op. Terwijl ze mij controleert ziet ze de vochtplekken in mijn bed. “Wanneer is jouw bed verschoond?” Ik leg haar uit dat het dinsdagavond is gedaan. Helaas is het al donderdagavond. Ze helpt mij de stoel in en verschoond het bed. “Dit is echt niet normaal!”, hoor ik haar zeggen.

Smaakloos avondeten
Waarschijnlijk ben ik de laatste bij de ronde van het eten en drinken, want het komt laat. ‘s Ochtends krijg ik om 08.30 mijn ontbijt, om 13.00 mijn lunch en om 18.30 pas mijn diner. En als ik het eenmaal krijg is het slap. Door de kap die erop zit blijft het stomen. Slappe broccoli is dan echt niet lekker en de zalm is veel te lang door gegaard. Gelukkig heb ik lekkere dingen gekregen van mijn visite, dus alleen het lekkere eet ik op en de rest laat ik staan.
Kan je het al zelf?
Hielpen ze mij op woensdag nog met omkleden. Helaas is dat op donderdag voorbij. Mijn kleding wordt in de badkamer gelegd en ik moet het zelf uitzoeken. Er ligt een pakje warme washandjes en er staat een stoel. Gelukkig ben ik lenig, dus met mijn voet pak ik mijn kleding en door mijn been hoog op te gooien krijg ik mijn broek aan. Hoe doen anderen dit? Ik krijg niet alles mee getild, dus vraag de verpleegkundige meerdere keren om hulp. Hoort ze mij nou niet?

Een strenge fysio
Gelukkig hoef ik het mijn avondverpleegkundige het niet te vragen. Ze ruimt op, eet taart al lopend met mij mee en vertelt hoe trots ze is. “Jij doet het echt onwijs goed! Heb nog nooit iemand zo snel zien herstellen.” Op vrijdagochtend komt mijn fysio. Tot mijn grote verbazing is het één van mijn beste vriendinnen. Normaal werkt ze niet op deze locatie, maar door ziekte werd ze hier voor gevraagd. We maken een foto voor onze andere vrienden en samen lopen we een stukje. “Wauw, Joyce wat doe je het goed!”
Je mag naar huis!
De arts komt kijken hoe het gaat en vertelt mij vrolijk dat ik vandaag naar huis mag. Uhh, naar huis? Het is vrijdag! “U kunt al goed voor uzelf zorgen en alles ziet er netjes uit.” Ik leg de beste man uit dat ik thuis negen trappen op moet, omdat we geen lift hebben. Ik kan nu een rondje lopen, naar ga pas weg als ik zeker weet dat ik die trappen op kom. “Oww, dat wisten we niet. Morgen komt de fysio en als het lukt mag u morgen al weg!” Het gaat voor mijn gevoel wel heel snel. Misschien iets te snel?